Hoe haalt u de winst uit uw vennootschap ?

Om de winst uit uw vennootschap te halen, denkt u misschien spontaan aan het verhogen van uw salaris. Een logische reflex. Maar is dit ook de meest verstandige beslissing? Hoe hoger uw salaris, hoe meer personenbelasting en sociale bijdragen u moet betalen. Misschien toch beter om ook de volgende manieren extra onder de loep te nemen: de individuele pensioentoezegging (IPT) en het uitkeren van dividenden.

Uw vennootschap stort premies in een verzekering die u kunt recupereren op het einde van uw loopbaan. Deze premies zijn voor de vennootschap als beroepskosten fiscaal aftrekbaar.

Bij ontvangst van deze premies, betaalt u nog ongeveer 15% belastingen. Dat scheelt een pak met het tarief van mogelijk 60% dat u moet betalen als u met uw salaris in de hoogste schijven terechtkomt.

De winst die uw vennootschap heeft gemaakt, kan na de vennootschapsbelasting (20% tot 25%) uitgekeerd worden als courant dividend of ondergebracht worden in een specifieke reserve, de zogenaamde liquidatiereserve.

• Courant dividend: Na aftrek van de vennootschapsbelasting kan de winst één keer per jaar worden uitgekeerd in de vorm van courante dividenden. Uw vennootschap is wel verplicht om 30% roerende voorheffing in te houden op dat bedrag.
• Liquidatiereserves: U kunt ook liquidatiereserves aanleggen met de winst van uw vennootschap. De vennootschap betaalt hierop een bijkomende belasting van 10%. Na een wachttijd van vijf jaar kunt u tegen 5% roerende voorheffing de aangelegde liquidatiereserve naar u privé overhevelen. De totale belastingdruk op deze reserve, inclusief de vennootschapsbelasting, varieert dan tussen 31% en 37%, behalve bij vereffening. Deze fiscale druk is nog altijd minder hoog dan de fiscale druk op uw salaris. Een interessant scenario dus.

Werd uw vennootschap na 1 juli 2013 opgericht? Dan kunt u ook van het VVPR-bis-systeem genieten. Uw vennootschap kan dan onder bepaalde voorwaarden dividenden uitkeren aan 15% roerende voorheffing vanaf het derde boekjaar na dat van haar oprichting.

Vanuit een louter fiscaal standpunt blijft de Individuele Pensioentoezegging de voordeligste oplossing. De vennootschap betaalt premies die ze fiscaal als kost kan inbrengen en u betaalt hierop pas een belasting als u het kapitaal ontvangt. Bovendien bedraagt deze belasting ongeveer 15%, wat veel minder is dan de fiscale druk op de liquidatiereserves. Op het einde van de rit houdt u een hoger (want minder belast) bedrag over dat u kunt herbeleggen.

Het nadeel van de IPT is dat u pas op het einde van uw professionele activiteit deze winst kunt gebruiken voor privédoeleinden. Bovendien kunt u niet de integrale winst in deze verzekering storten. Het bedrag van de premies zal afhangen van wat u zichzelf als bezoldiging toekent. Als u een maximum aan middelen in uw IPT wilt pompen zult u deze bezoldiging hoogstwaarschijnlijk moeten verhogen. Maar die verhoging wordt meteen ook zwaarder belast. Het komt erop aan om een goed evenwicht te vinden tussen IPT en bezoldiging en zo buitensporige belastingen te ontwijken.

Wat wilt u precies met deze winst doen? Het is belangrijk rekening te houden met de bestemming van dit vermogen. De optimale uitkeringsmethode stemt u af op deze plannen.

• Wilt u in vastgoed beleggen?

Dan kunt u uw IPT in pand geven voor een lening. U kunt ook deze lening geleidelijk aan aflossen met het geld dat u uit de vennootschap haalt. Zo maakt u gebruik van courante dividenden of liquidatiereserves.

• Zin in een verre reis of de oldtimer van uw dromen?

Dan kiest u beter voor de snelste weg en dus voor de courante dividenden of liquidatiereserves. Zo beschikt u sneller over het geld.