Bouwstenen met focus op bescherming

MiFid II

Elke evenwichtig samengestelde portefeuille dient een stuk bescherming in te bouwen, in functie van uw risicoappetijt. De verschillende bouwstenen die we hiervoor gebruiken zijn:
 
  • langetermijndeposito’s
  • tak 21 voor natuurlijke personen
  • tak 26 voor vennootschappen

Voordelen

Door de bouwstenen langetermijndeposito’s te combineren met de bouwsteen tak 21 of tak 26 kan u in functie van uw risicoappetijt een deel van uw portefeuille beschermen tegen kapitaalsverlies. Terwijl u toch een belangrijke spreiding hanteert tussen verschillende tegenpartijen, looptijden, … .

Rendementsverwachting

Met deze bouwstenen streven wij in eerste instantie de veiligheid na van het geld dat u belegt, eerder dan bijkomend rendement.

Product: langetermijndeposito’s

Net zoals de kortetermijndeposito’s wordt deze beleggingsvorm beschouwd als een veilige belegging, zowel wat het aspect kapitaalbescherming als wat het aspect rendementsgarantie betreft.

Met kapitaalbescherming bedoelen wij dat u er als belegger van mag uitgaan dat u op het einde van de rit uw kapitaal volledig terugkrijgt, verhoogd met de gewaarborgde rente. In deze zin heeft deze belegging zeker haar plaats binnen de component bescherming in een beleggingsportefeuille.

Beleggingshorizon langetermijndeposito’s

Deze beleggingsvorm is uit haar aard een belegging met een minimale looptijd die u zelf kiest, meestal vanaf 3 jaar tot 10 jaar.
Indien u echter deze belegging vervroegd geheel of gedeeltelijk wenst op te vragen, kan u geconfronteerd worden met een wederbeleggingsvergoeding bovenop de inhouding van roerende voorheffing.

Rendementsverwachting

Bij normale marktomstandigheden is de lange termijnrente hoger dan deze op korte looptijd.
Geld dat u op langere looptijd belegt, geniet een hogere vergoeding dan geld dat u op korte termijn aanhoudt.
Bij lange termijndeposito's kent u op voorhand de vergoeding die u zal ontvangen. Deze vergoeding kan tijdens de looptijd van de belegging uitgekeerd worden of verder kapitaliseren in uw belegging. Deze keuze kan u bij de start van uw belegging maken.

Risico

Naast zekerheid over het rendement heeft u ook zekerheid over uw belegd kapitaal.

Door te beleggen in deposito’s neemt u een risico op onze achterliggende kredietportefeuille. Het geld dat Bank J.Van Breda & C° in de vorm van deposito’s aantrekt, wordt in de vorm van kredieten terug in de economie gebracht. Indien de achterliggende kredieten van een slechte kwaliteit (insolvabele kredietnemers) zou blijken te zijn, kan de financiële instelling de belegde deposito’s niet terugbetalen. Omwille van dit risico werd het depositogarantiesysteem ontwikkeld. Dit systeem garandeert de terugbetaling tot 100.000 euro per titularis en per financiële instelling.

Zie solvabiliteit Bank J.Van Breda & C°.

Kosten en fiscaliteit

In beginsel worden er door de financiële instelling geen kosten aangerekend voor het aanhouden van termijnrekeningen.
De intrest is een roerend inkomen waarop 30% roerende voorheffing verschuldigd is. De roerende voorheffing wordt ingehouden door de financiële instelling.

De ingehouden roerende voorheffing is bevrijdend voor de personenbelasting.

Product: tak 21

Een tak 21-spaarverzekering is een levensverzekering waarbij de verzekeraar naast kapitaalbescherming ook een intrestgarantie verleent. De gewaarborgde intrest kan verhoogd worden met een jaarlijkse winstdeelname. Eens toegekend blijft deze winstdeelname definitief verworven en wordt deze opgerent tegen de gewaarborgde rentevoet die op het moment van toekenning van toepassing is.

De interestgarantie wordt meestal gegeven voor een periode van 8 jaar, te rekenen vanaf de datum van de storting van de premie. Na verloop van die periode krijgt de hele reserve van het contract een nieuwe intrestgarantie voor een nieuwe periode van 8 jaar.

Voornaamste kenmerken

De verzekeraar heeft een resultaatsverbintenis voor het gewaarborgd bedrag (kapitaal) door de kapitalisatie van de contractueel overeengekomen premies tegen een op voorhand gekende rentevoet. Het beleggingsrisico berust bij de verzekeraar. Indien de resultaten van de beleggingen van de reserves minder zijn dan de technische rentevoet, zal de verzekeraar moeten bijleggen.
De reserve wordt samengesteld uit

  • de nettopremie, zijnde de brutopremie eventueel verminderd met
    • de premietaks
    • de instapkosten op de premie
    • de beheerskosten
    • de uitstapkosten
    • de risicopremie voor de mogelijke overlijdensdekking en aanvullende waarborgen
  • verhoogd met de gewaarborgde rentevoet berekend op de nettopremie. Deze rentevoet wordt enkel gewaarborgd op de betaalde premie, maar wordt niet gewaarborgd op de toekomstige premies
  • en de eventueel reeds toegekende winstdeelnames.
Beleggingshorizon

Deze beleggingsvorm is uit haar aard een belegging met een minimale looptijd van 8 jaar.

Liquiditeit

De meeste contracten van dit type beschikken over een beperkte liquiditeit. Indien u echter deze belegging vervroegd geheel of gedeeltelijk opvraagt, kan u geconfronteerd worden met uitstapkosten en/of een wederbeleggingsvergoeding bovenop de inhouding van roerende voorheffing die berekend wordt op een fictief rendement.

Kosten

Afhankelijk van de verzekeraar kunnen volgende kosten aangerekend worden:

  • instapkosten
  • jaarlijkse beheerskosten, afgetrokken van de reserves
  • kosten voor opnames
Rendementsverwachting

De eerste prioriteit van de beheerders is het garanderen van het kapitaal. Met dat doel wordt de onderliggende beleggingsportefeuille hoofdzakelijk ingevuld met kwaliteitvolle overheids- en bedrijfsobligaties. Verder wordt een beperkt gedeelte belegd in vastgoed en individuele aandelen.

Op basis van deze samenstelling verwachten wij een gemiddeld rendement dat in lijn ligt met de langetermijnrente.

Risico’s

De kapitaal- en rendementsbescherming van tak 21 wordt gevormd door de zeer strikte voorwaarden die de wetgever oplegt aan de verzekeringsmaatschappijen. Zo moet de waarde van de onderliggende beleggingsportefeuille op elk moment voldoende groot zijn om alle huidige en toekomstige uitkeringen aan cliënten te verzekeren. Deze verplichting wordt gecontroleerd door de Nationale Bank van België die toezichthouder is en strikte beleggingsregels oplegt.

Bovenop deze verplichting moet een verzekeraar een extra kapitaalbuffer aanleggen: dee solvabiliteitsmarge. Deze extra kapitaalbuffer dient om mogelijke financiële verliezen op te vangen bij uitzonderlijk dalende financiële markten. In dit geval wordt deze buffer automatisch toegevoegd aan de beleggingsportefeuille indien deze zou waarderen beneden de verplichtingen tegenover de cliënten.

Fiscaliteit

Mits u 2% premietaks betaalt bij intekening, is er geen roerende voorheffing verschuldigd indien:

  • de intresten gedurende minstens 8 jaar worden gekapitaliseerd en dus ten vroegste opgenomen worden 8 jaar na de begindatum van het contract.
  • indien er een uitkering plaatsvindt n.a.v. het overlijden van de verzekerde

Product: tak 26

Een tak 26 is een kapitalisatieverrichting, uitgaande van een verzekeringsmaatschappij.
Deze beleggingsvorm is uitermate geschikt voor rechtspersonen en verenigingen die een gedeelte van hun roerend vermogen veilig wensen te beleggen voor een langere looptijd.

De intrestgarantie wordt meestal gegeven voor een periode van 8 jaar, te rekenen vanaf de datum van de storting van de premie. Na verloop van die periode krijgt de hele reserve van het contract een nieuwe intrestgarantie voor een nieuwe periode van 8 jaar. De gewaarborgde intrest kan verhoogd worden met een jaarlijkse winstdeelname. Eens toegekend blijft deze winstdeelname definitief verworven en wordt deze opgerent tegen de gewaarborgde rentevoet die op het moment van toekenning van toepassing is.

Voornaamste kenmerken

De verzekeraar heeft een resultaatsverbintenis voor het gewaarborgd bedrag (kapitaal) door de kapitalisatie van de contractueel overeengekomen premies tegen een op voorhand gekende rentevoet. Het beleggingsrisico berust bij de verzekeraar. Indien de resultaten van de beleggingen van de reserves minder zijn dan de technische rentevoet, zal de verzekeraar moeten bijleggen.

De reserve wordt samengesteld uit

  • de nettopremie, zijnde de brutopremie eventueel verminderd met
    • de instapkosten op de premie
    • de beheerskosten
    • de uitstapkosten
  • verhoogd met de gewaarborgde rentevoet berekend op de nettopremie. Deze rentevoet wordt enkel gewaarborgd op de betaalde premie, maar wordt niet gewaarborgd op de toekomstige premies
  • en de eventueel reeds toegekende winstdeelnames.
Beleggingshorizon

Deze beleggingsvorm is uit zijn aard een belegging met een minimale looptijd van 8 jaar.

Liquiditeit

De meeste contracten van dit type beschikken over een beperkte liquiditeit. Indien u echter deze belegging vervroegd geheel of gedeeltelijk op vraagt kan u geconfronteerd worden met uitstapkosten en/of een wederbeleggingsvergoeding.

Kosten

Afhankelijk van de verzekeraar kunnen volgende kosten aangerekend worden:

  • instapkosten
  • jaarlijkse beheerskosten, afgetrokken van de reserves
  • kosten voor opnames
Rendementsverwachting

De eerste prioriteit van de beheerders is het garanderen van het kapitaal. Met dat doel wordt de onderliggende beleggingsportefeuille hoofdzakelijk ingevuld met kwaliteitvolle overheids- en bedrijfsobligaties. Verder wordt een beperkt gedeelte belegd in vastgoed en individuele aandelen.

Op basis van deze samenstelling verwachten wij een gemiddeld rendement dat in lijn ligt met de langetermijnrente.

Risico’s

De kapitaal- en rendementsbescherming van een tak 26 wordt gevormd door de zeer strikte voorwaarden die de wetgever oplegt aan de verzekeringsmaatschappijen. Zo moet de waarde van de onderliggende beleggingsportefeuille op elk moment voldoende groot zijn om alle huidige en toekomstige uitkeringen aan cliënten te verzekeren. Deze verplichting wordt gecontroleerd door de Nationale Bank van België die toezichthouder is en strikte beleggingsregels oplegt.

Bovenop deze verplichting moet een verzekeraar een extra kapitaalbuffer aanleggen: de solvabiliteitsmarge. Deze extra kapitaalbuffer dient om mogelijke financiële verliezen op te vangen bij uitzonderlijk dalende financiële markten. In dit geval wordt deze buffer automatisch toegevoegd aan de beleggingsportefeuille indien deze zou waarderen beneden de verplichtingen tegenover de cliënten.

Fiscaliteit
  • Er is geen premietaks verschuldigd.
  • Op het einde van het contract of in geval van opnames wordt het totale werkelijke rendement (= gewaarborgde rentevoet + reeds verworven winstdeelname) onderworpen aan 30% roerende voorheffing. Voor de handelsvennootschappen vormt het werkelijke rendement (gekapitaliseerde rentevoet en winstdeling) een belastbare winst die u ieder jaar moet opnemen in de aangifte van de vennootschapsbelasting.

Zie fiscale en boekhoudkundige verwerking van tak 26-beleggingen voor vennootschappen.