Akkoord over meerwaardebelasting: wat moet u weten?
Vijf maanden na de start van de nieuwe federale regering kwamen de partijen nu ook tot een akkoord over de meerwaardebelasting, voordien ook wel de solidariteitsbijdrage genoemd.
Deze eerste stap geeft ons enkel een beeld van de regeling die op 1 januari 2026 in werking zou treden. Dit wordt pas in een latere fase na verfijning met de bijhorende politieke onderhandelingen én uiteindelijke goedkeuring omgezet in een concrete wet. Enkel de krijtlijnen liggen dus vast, de details en de uitwerking zullen volgen.
We belichten graag enkele bepalingen rond de meerwaardebelasting uit het regeerakkoord en lichten toe hoe deze werden opgenomen in het huidige akkoord over de meerwaardebelasting.
Algemeen
Er lijkt geen sprake meer van de zogenaamde solidariteitsbijdrage. ‘De Belgische meerwaardetaks op financiële activa’ is de werkelijke naam van dit akkoord en bevestigt dit.
Deze belasting zal van toepassing zijn op de meerwaarde op financiële vaste activa, gerealiseerd door natuurlijke personen. Het gaat dus niet om een belasting op het vermogen zelf, maar wel op de winst of meerwaarde die men na de verkoop van deze activa maakt.
Het oorspronkelijke algemene tarief van 10% lijkt opgenomen in dit akkoord.
Financiële Vaste Activa
In het akkoord lezen we dat de belasting verschuldigd zal zijn op de meerwaarde behaald op volgende activa:
- Aandelen
- Obligaties
- ETF’s
- Crypto-activa
- Fondsen
- Verzekeringscontracten zoals TAK 21, TAK 26 & TAK 23
Pensioenfondsen en (fiscale) pensioenverzekeringen ontsnappen aan de taxatie.
Opvallend: De in de pers aangekondigde daling van de premietaks op die verzekeringen van 2% naar 0,7% werd niet weerhouden.
Voor gespreide aankopen (bv. via een maandelijks beleggingsplan) zou de FIFO-methode (first in, first out) gehanteerd worden. Dat betekent dat bij een verkoop de koers van de eerst aangekochte aandelen eerst wordt genomen.
De voetvrijstelling
In het regeerakkoord werd vanaf het begin al gesproken van een jaarlijkse voetvrijstelling van 10.000 euro. Deze grens blijft ook behouden in het huidige akkoord. Dat is de basis.
Concreet
U verkoopt aandelen en maakt daar 50.000 euro winst op:
U betaalt 10% op 40.000 euro = 4.000 euro meerwaardebelasting
U verkoopt aandelen en maakt daar 9.500 euro winst op:
U betaalt geen meerwaardebelasting, want u blijft onder de vrijstellingsdrempel.
Uitzondering: Wie gedurende vijf jaar geen gebruik maakt van deze vrijstelling (en dus geen meerwaarden opneemt), mag de vrijstelling elk jaar met 1.000 euro verhogen. Zo kan de vrijstelling oplopen tot 15.000 euro.
Concreet:

Vanaf 2031 mag dus tot 15.000 euro aan meerwaarden belastingvrij gerealiseerd worden, zolang men in de voorgaande jaren niets opnam.
De voetvrijstelling zou gelden per natuurlijk persoon en wordt jaarlijks geïndexeerd.
De eerder aangekondigde vrijstelling voor wie zijn/haar aandelen tien jaar bijhoudt, zou definitief geschrapt zijn.
Daarnaast, als u vanaf 1 januari 2026 op bepaalde beleggingen verlies (of 'minwaarde') boekt, mag u dat verlies binnen een bepaald jaar aftrekken van de winst die u hebt gehaald. Die minwaarde kan u in principe niet overdragen naar volgende jaren. Een belangrijke aanvulling hierbij: Enkel minwaarden die zich situeren ten opzichte van de waarde op 31 december 2025 kunnen in rekening gebracht worden. Eerdere historische verliezen mogen dus niet meegenomen worden.
Getrapte vrijstelling voor het ‘aanmerkelijk belang’
Om de aandeelhouders van familiebedrijven te vrijwaren van de meerwaardetaks, bevat het akkoord een gunstige regeling voor wie een zogenaamd ‘aanmerkelijk belang’ bezit. Wie minstens 20% van de aandelen bezit, kan genieten van een vrijstelling op de eerste 1.000.000 euro aan meerwaarden.
Voor grotere meerwaarden zullen de volgende tarieven gelden:
- 1 tot 2,5 miljoen euro: 1,25%
- 2,5 tot 5 miljoen euro: 2,5%
- 5 tot 10 miljoen euro: 5%
- > 10 miljoen euro: 10%
Concreet: U verkoopt aandelen en maakt daar 6 miljoen euro winst op:
- De eerste 1 miljoen euro is vrijgesteld
- Op de volgende 1,5 miljoen euro betaalt u 18.750 euro
- Op de volgende 2,5 miljoen euro betaalt u 56.250 euro
- Op de laatste 1 miljoen euro betaalt u 50.000 euro
In dit cijfervoorbeeld betaalt u 18.750 + 56.250 + 50.000 = 125.000 euro aan meerwaardetaks.
Goed om te weten:
- Dit aanmerkelijk belang wordt per persoon bekeken en kan dus niet opgeteld worden tussen bijvoorbeeld familieleden.
- Pas op het moment van verkoop zal nagegaan worden of de aandeelhouder voldoet aan de grens van 20%. Voor wie dan slechts 19% van de aandelen bezit, blijft het gewone tarief van de meerwaardetaks van toepassing.
- Deze vrijstelling zal gelden per periode van vijf jaar, waardoor niet jaar na jaar gebruik kan gemaakt worden van deze vrijstelling.
In werking vanaf 1 januari2026
Om de meerwaarde te berekenen, wordt naar de situatie op 31 december 2025 gekeken. Op dat moment zal van elke aandelenportefeuille als het ware een foto genomen worden. De komende vijf jaar kan ook de historische aankoopwaarde als basis genomen worden als zou blijken dat die hoger ligt dan de waarde van een aandeel op 31 december 2025.
Voor de waardebepaling van niet-beursgenoteerde bedrijven mag een beroep worden gedaan op een revisor of een onafhankelijke accountant, maar de fiscus moet die wel kunnen betwisten. Verschillende waarderingsmogelijkheden zijn toegelaten.
Enkel een akkoord, nog geen wet
De meerwaardebelasting is ongetwijfeld het heetste hangijzer uit het regeerakkoord. Maar nogmaals, het gaat nu enkel om een akkoord, een afspraak tussen de coalitiepartners. Er is dus nog geen sprake van een bindende wetgeving. Er komen ongetwijfeld uit verschillende hoeken en regeringspartijen nog vele vragen.
- Hoe kijkt men bijvoorbeeld naar schenkingen en erfenissen van beleggingen?
- Indien een koppel samen 20% van de aandelen aanhoudt van een vennootschap, komen zij dan in aanmerking voor de regeling van het aanmerkelijk belang of bezitten zij dan ieder slechts 10%? Wat is de impact van het huwelijksstelsel?
- Hoe beschouwt men een transfer tussen bank A en bank B i.h.k.v. de meerwaardetaks?
Dit akkoord is dus onderhevig aan wijzigingen en verfijningen.