De kracht van een stevig netwerk als arts
Ignace Demeyer – spoedarts & rampenmanager
‘Ik investeerde jarenlang in een netwerk van competente mensen op wie ik kan bouwen. Dat vertaalde zich meermaals in directe hulp als het nodig was.’

Ignace Demeyer
Spoedarts & rampenmanager
Rampenmanagement in Parijs
Na mijn studies kreeg ik de kans om mee te doen aan een examen om als arts in Zuid-Afrika te werken. Ik ging er zonder aarzelen op in. Toen ik terug kwam, vroeg mijn leidinggevende van het ziekenhuis Stuivenberg in Antwerpen of ik me in anesthesie wilde specialiseren. Dat deed ik. Even later kwamen een prof op kerstavond de operatiezaal binnen waar ik druk bezig was met een hartoperatie. Hij vroeg me of ik zin had om op expeditie te gaan naar de Himalaya. Ik vertrok een maand later en leerde ook daar op korte tijd zoveel interessante mensen kennen. Diezelfde leidinggevende vroeg me uiteindelijk om een cursus rampenmanagement in Parijs te volgen, op vraag van de overheid omdat niemand in ons land dit ooit al gedaan had. Een waanzinnig interessante cursus die me klaarstoomde om in ons land voortaan ook als rampenmanager de touwtjes in handen te nemen. Ook na mijn legerdienst in het brandwondencentrum van het militair hospitaal van Neder-Over-Heembeek kreeg ik de kans om het diensthoofd te worden van de spoed in het Antwerpse Stuivenberg ziekenhuis. Ik was nog een snotneus. Maar ook daar ging ik gretig op in. Ik wilde vermijden dat ik later met spijt op mijn leven zou terugkijken omdat ik bepaalde kansen niet heb gegrepen. Ik moet zeggen, dat is me aardig gelukt.
Interdisciplinair teamwork
En toen werd het oudejaarsavond 1994. We hadden bij ons thuis enkele vrienden uitgenodigd. Ik was sabayon aan het kloppen toen de telefoon ging. Een vriendin nam op en kwam me nadien vertellen dat een grappenmaker belde om te zeggen dat er een hotel in Antwerpen in brand stond. Ik voelde meteen dat het menens was. Samen met een vriend-collega vertrok ik. Hij bracht me naar het Switel en reed zelf door naar Stuivenberg om alles klaar te zetten en de eerste slachtoffers op te vangen. 500 mensen waren toen in die feestzaal aanwezig. Uiteindelijk hebben we 72 uur ter plaatse gewerkt. Mijn kennis vanuit Parijs kon ik voor het eerst echt toepassen. Ik deed voluit een beroep op het netwerk dat ik in al die jaren had opgebouwd.
Zo kende ik de mensen van de dispatching aan de 100-centrale. Ik had in mijn studententijd met hen samen aan de telefoon gezeten. Ook tijdens mijn legerdienst in Neder-Over-Heembeek bouwde ik respect en vriendschap op. Ik kon meteen een beroep op hen doen. Net als op de pers. Ik vroeg journalisten om via banners op televisie verpleegkundigen van de ziekenhuizen in Antwerpen op te roepen om zo snel mogelijk naar hun ziekenhuis te vertrekken. Dat lukte omdat ik een bepaalde relatie met enkele journalisten had opgebouwd. Ook de brandweermannen stonden er meteen na mijn vraag. Omdat ik hen in het verleden ook al had geholpen en mijn respect voor hun werk had getoond. Ik bouwde relaties op met de basis, niet met de chefs in hun bureau. Dat vertaalt zich in directe hulp als het nodig is en maakt interdisciplinair teamwork mogelijk. Het succes van rampenmanagement draait om competente mensen die in je netwerk zitten. Mensen die je snel kan contacteren en op wie je kan bouwen.
Zo ook toen Kim De Gelder ruim vijftien jaar geleden het kinderdagverblijf Fabeltjesland binnendrong en er een ravage aanrichtte. Ik werd opgeroepen en kwam ter plekke met een specialist en verpleegkundige voor elk ernstig verwond kindje. In een mum van tijd had ik voldoende medisch personeel om me heen verzameld. Jonge artsen die nadien ook uit het vak gestapt zijn, omdat ze niet aankonden wat ze daar gezien hebben. Ook ik was zo kapot dat ik nadien niet meer in staat was om auto te rijden. Ook dat is omringen… Na een dergelijke gebeurtenis is psychologische hulp zo belangrijk. Sommige dingen kan je niet alleen aan. Als arts moet je zien te voorkomen dat je zelf patiënt wordt, maar ook als politie die de ouders moest opgevangen tijdens de uren waarin ze nog in het ongewisse waren over de toestand van hun kindje. En ja, politiemensen worden daarvoor opgeleid, maar meestal moeten ze één slachtoffer begeleiden. Nu was het een massa. Vroeg of laat krijg je dan je klop. Het posttraumatisch stresssyndroom loert dan heel snel om de hoek. Ook dan is je laten omringen door de juiste mensen cruciaal.
Het team als één geheel
‘We kunnen niet zonder elkaar, we zijn één geheel,’ zeg ik mijn artsen en verpleegkundigen vaak. Samenwerken is zo ontzettend belangrijk. Net als het besef dat zo’n team niet enkel uit artsen en verpleegkundigen bestaat. Ook de mensen van het onderhoud, de poetsvrouwen, de portier, de nachtwaker, de secretaresse… Respect voor elkaar, daar gaat het om. Dat gaat om kleine dingen. Een dank je wel, een goedemorgen. Als je voor een ander je best doet, doet die ander ook voor jou je best. Daar geloof ik heilig in.’
‘Mijn ouders stonden er op vakantie steevast op dat we als kind een halve dag cultuur opsnoven vooraleer we mochten ontspannen. Zo herinner ik me nog goed onze uitstap naar Brugge en het moment waarop ik het schilderij ‘De onrechtvaardige rechter’ in het Groeninge Museum zag hangen waarop iemand levend gevild werd. Het schilderij intrigeerde meteen, omdat ik me kon voorstellen hoe pijnlijk dat was. Enkele jaren later las ik op de kadettenschool ‘La Peste’ van Camus. De impact van een ramp als de pest triggerde me heel erg. Deze twee specifieke momenten vatten de rode draad doorheen mijn carrière mooi samen, vind ik. Ik vil als urgentiearts nog elke dag brandwonden én ik heb intussen verschillende rampen achter de rug waar ik als manager ingeschakeld werd. Om maar te zeggen dat het toch ergens in de sterren geschreven stond dat ik ooit arts zou worden.
Al tijdens mijn studies geneeskunde greep ik elke opportuniteit met beide handen aan. Zo vroeg mijn professor anesthesie me op een dag of ik zin had om bij de 100-centrale mee te luisteren naar de telefoongesprekken die brandweerlui er tijdens een oproep voerden. Zo zouden we bekijken of het nuttig zou zijn om er permanent een arts naast te zetten. Ik zat er dag en nacht, ook in het weekend, en bouwde snel een goed contact op met de brandweermannen in kwestie. Dat nauwe contact is er nog steeds. En zo gebeurde het wel vaker in mijn leven. Toevalligheden waardoor ik steeds weer nieuwe mensen leerde kennen, kwamen veelvuldig op mijn pad. Mijn netwerk groeide razendsnel.

